Producten, indicatoren en speerpunten

Onderwijs

Product 1.1 Onderwijs

Onderwijs is bij uitstek een middel om kansengelijkheid te bevorderen. Elk kind heeft recht op goed en passend onderwijs zodat ieder kind zich naar vermogen kan ontwikkelen. Dat is in de praktijk nog geen vanzelfsprekendheid en actualiteiten als coronamaatregelen (tijdelijke sluiting van kinderopvang, peuterspeelzalen en scholen) en tekort aan leerkrachten hebben niet op iedereen en op elke school een gelijk effect. Kinderen en jongeren in aandachtswijken zijn meer achterop geraakt.

Het Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) is een belangrijk instrument om kansenongelijkheid bij kinderen tot 12 jaar tegen te gaan. In de besteding van deze middelen maken we onderscheid tussen peuterspeelzaal- en basisschoollocaties in wijken waar veel kinderen te maken hebben met risico op onderwijsachterstand, de zogenaamde ‘A-locaties’, en locaties waar dat aandeel kinderen minder groot is (B-locaties) of vrijwel afwezig (C-locaties).

Aandacht voor een goede taalontwikkeling bij (jonge) kinderen is ons speerpunt. Ouders spelen daarin een cruciale rol en het is belangrijk dat zij goed weten hoe zij daarin kunnen handelen. Met de OAB-middelen investeren we zowel in de vroegste levensfase van kinderen, als in de voor- en vroegschoolse educatie op de peuterspeelzalen en in het basisonderwijs (VVE). Op de A-locaties zijn ‘brugfunctionarissen’ speciaal belast met het verstevigen van de samenwerking tussen ouders en school.

In de wijken Poelenburg en Peldersveld investeren we daarnaast ook in een verlenging van de (basis)schooldag door extra lesaanbod, met name op het gebied van sport en cultuur. Zo kunnen ook kinderen hun talenten ontwikkelen als sport- en cultuurdeelname voor hen niet vanzelfsprekend is. Met steun vanuit het ministerie van OCW kunnen mogelijk ook A-locaties in andere wijken met een verrijkte schooldag aan de slag.

Het tijdelijke Nationaal Programma Onderwijsmiddelen (NPO) is bedoeld om de door corona opgelopen achterstanden in te lopen. We zetten in op interventies die aanvullend zijn op de keuzes van de onderwijssector zelf en aanvullend zijn op andere rijksmiddelen voor jeugd in verband met corona. Prioriteit ligt op het vergroten van kansengelijkheid en op het versterken van de veerkracht van jongeren.

Het lerarentekort is een probleem in heel Zaanstad. Om dat te verminderen, stelt Zaanstad woningen met voorrang beschikbaar aan leraren.
Leerlingen verdienen een gezonde en veilige schoolomgeving. Met het onderwijshuisvestingsbeleid richten we ons op het realiseren van integrale, gezonde en duurzame onderwijsvoorzieningen met groene buitenruimten.

Al deze plannen en keuzes worden samen met onderwijsbesturen en kinderopvangorganisaties gemaakt en in de gezamenlijke Onderwijsagenda vastgelegd.

Indicatoren

Naam

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Begroting 2023

Streef-
waarde 2026

Bron

Het percentage doelgroepkinderen dat deelneemt aan voorschoolse educatie en reguliere opvang

n.v.t.

n.v.t.

69%

76,6%

85%

90%

VVE-monitor

Het percentage kinderen dat bij de eindtoets het streefniveau voor taal haalt (2F)

49,3%

54,5%

n.v.t.

54%

57%

60%

Onderwijs in Cijfers Zaanstreek / DUO

Aantal doelgroepleerlingen dat we bereiken met naschoolse activiteiten

VL: nvt OSC: 800

VL: nvt OSC: 800

VL: 1600 + OSC: 700

VL: 1661 + OSC: 4110

VL: 1661 + OSC: 4110

VL: 1661 + OSC: 4110

Onderwijs, DUO en monitor door coördinator Impuls OSC

Toelichting

Het percentage doelgroepkinderen dat deelneemt aan voorschoolse educatie, reguliere opvang of opvang bij gastouder

  • In de toelichting op dit product staat omschreven hoe onderwijsachterstanden leiden tot (verdere) kansenongelijkheid later in het leven, en dat wij als doel hebben deze achterstanden tegen te gaan.
  • Het bestrijden van de onderwijsachterstanden dient al op jonge leeftijd te gebeuren. Om die reden streven we ernaar dat zoveel mogelijk doelgroepkinderen (kinderen met een VVE-indicatie) naar de kinderopvang gaan. De percentages verschillen t.o.v. metingen in eerdere jaren vanwege het gebruik van een nieuw systeem.

Het percentage kinderen dat bij de eindtoets het streefniveau haalt

  • In de toelichting op dit product staat omschreven hoe belangrijk taalontwikkeling bij (jonge) kinderen is om kansenongelijkheid tegen te gaan; dat taalontwikkeling daarom een belangrijk speerpunt is binnen dit product.
  • Deze indicator geeft aan welk percentage leerlingen met de eindtoets het hogere niveau voor taal behaalt. Dit wordt het streefniveau of 2F (taal) genoemd. Het streven is dat zoveel mogelijk leerlingen dit niveau aan het einde van de basisschool behalen. De komende jaren blijven we inzetten op het bevorderen van taal in Zaanstad. We streven ernaar om in 2026 boven het landelijk gemiddelde van 57 procent te komen.  

Aantal doelgroepkinderen dat we bereiken met naschoolse activiteiten.

  • In de toelichting op dit  product staat beschreven hoe we met naschoolse activiteiten via de stedelijke impulsregeling en de verlengde leertijd in Poelenburg en Peldersveld investeren in talentontwikkeling, sport en cultuur, voor kinderen voor wie dit niet vanzelfsprekend is. Dit draagt bij aan kansengelijkheid.
  • Deze indicator bestaat uit aantal leerlingen dat we bereiken met de verlengde leertijd en het aantal leerlingen dat we bereiken met via de impulsregeling sport en cultuur.
  • Verklaringen voor de grote verschillen in bereik zijn:
  • De wijzigingen van de impulsregeling in 2021, heeft tot veel groter bereik geleid. De wijzigingen waren o.a: géén eigen bijdrage meer, deelname is gratis, aanmelding niet meer verplicht via ingewikkeld systeem, alléén scholen met A en B status kunnen deelnemen (daardoor meer budget beschikbaar voor doelgroepkinderen).
  • In 2020 zijn we in Poelenburg en Peldersveld gestart met de verlengde leertijd (in plaats van de impulsregeling) en waren door corona nauwelijks activiteiten in kader van de impulsregeling mogelijk.

Speerpunten 2023

Het verkleinen van onderwijsachterstanden en het vergroten van ontwikkelkansen van 12-
Sinds 2019 werken brugfunctionarissen op acht basisscholen aan het verbeteren van het contact tussen de ouders en de school ten behoeve van de ontwikkeling van de kinderen. We stellen € 0,2 miljoen beschikbaar om de inzet van brugfunctionarissen vanaf 2023 te continueren en op meer basisscholen (A-locaties) mogelijk te maken. Verder ligt de focus in 2023 op taalontwikkeling en het vergroten van bereik en beschikbaarheid van de voorschoolse educatie, onder meer door het versterken van de toeleiding daarnaartoe. We leggen samen met de VVE aanbieders en onderwijsorganisaties de focus op zowel Poelenburg en Peldersveld als op Wormerveer, omdat taalontwikkelingsproblematiek bij (jonge) kinderen daar verschillende oorzaken en achtergronden heeft en we willen leren wat werkt in die verschillende situaties.

Preventie door hulp op maat aansluiten op de kinderopvang en het onderwijs
In schooljaar 2022/2023 starten we met een tussenvoorziening tussen Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en specialistische jeugdhulp: de peuter-plus-groep.
Voor basisschoolleerlingen starten we met een vangnet op het snijvlak van onderwijs en zorg, voor leerlingen die dreigen uit te vallen of die al uitgevallen zijn, en weer terug moeten stromen naar (regulier) onderwijs. Dit noemen we een onderwijs-zorgarrangement.
Vooral in de meest kwetsbare wijken verstevigen we de netwerken rondom de basisscholen, zodat kinderen en ouders met een hulpvraag eerder ondersteuning of hulp krijgen en we zo problemen vaker klein kunnen houden. In 2023 evalueren we het schoolmaatschappelijk werk op middelbare scholen.

Jongeren zo goed mogelijk voorbereiden op hun toekomst
Het komende schooljaar 2022/2023 continueren Leerplicht, RMC, het Jongerenloket en onderwijs de samenwerking lokaal en regionaal gericht op het voorkomen van schooluitval en het versterken van de aansluiting onderwijs naar arbeidsmarkt. We hebben alle jongeren in een kwetsbare positie en uit kwetsbare wijken in beeld en we bieden waar nodig ondersteuning en begeleiding op maat en werken in de wijk. Doel is steeds dat jongeren uitgroeien tot veerkrachtige, weerbare en zelfstandige individuen die met vertrouwen en zicht op een mooie toekomst de arbeidsmarkt betreden. Via het NPO richten we ons op de bevordering van de fysieke en mentale gezondheid van jongeren door middel van interventies zoals (sport)coaching voor en door jongeren, de ZaanExperiences in schoolvakanties en het jongerenwerk in het onderwijs.

Uitnodigende onderwijsgebouwen op de juiste plek
Wij willen voor onze basis- en middelbare scholen duurzame schoolgebouwen en dat de schoolpleinen een groene omgeving worden. Voor een periode van vijftien jaar is in kaart gebracht welke onderwijsgebouwen aan vervanging toe zijn en waar uitbreiding noodzakelijk is. Daarbij gaan wij in kwetsbare wijken, zoals Zaandam Oost, een stapje verder. We gebruiken de mogelijkheid om een schoolgebouw eerder te vernieuwen als dit de kansengelijkheid in een wijk sterk bevordert en reserveren daarvoor incidenteel € 1 miljoen. Doelstelling is dat 86% van alle onderwijsgebouwen in 2040 energieneutraal zijn. Deze ambitie is vastgelegd in het integraal huisvestingsplan voor het Primair en het Voortgezet Onderwijs.
Voor 2023 lopen de volgende IHP-projecten: Renovatie SMC, fase 3; Haalbaarheid en voorbereiding Bertrand Russell College; Renovatie en uitbreiding van het Wij-Land; Programma van Eisen en ontwerp OBS Kogerveld; Ontwerp Zaans Hout; Realisatie Herman Gorter, D. Doniastraat.
Daarnaast stellen we de routekaart energieneutraal in 2040 en een nieuwe verordening Voorzieningen huisvesting onderwijs op.

Beïnvloedbaarheid van de kosten

Beïnvloedbaar            
De beïnvloedbare lasten betreffen kosten voor inzet combinatiefunctie Poelenburg (€ 0,3 mln) en lokaal onderwijsbeleid (€ 0,4 mln).            

Beperkt beïnvloedbaar            
Dit betreft kosten voor de onderwijshuisvesting (€ 4,9 mln), leerlingenvervoer (€ 4,0 mln), impulsgelden sportbedrijf (€ 0,4 mln), aanpak laaggeletterdheid (€ 0,2 mln) en schadeherstel (€ 0,1 mln).                              

Niet beïnvloedbaar            
Hieronder vallen de kapitaallasten voor onderwijshuisvesting (€ 9,1 mln), onderwijs achterstand beleid (€ 8,0 mln), volwasseneneducatie (€ 1,2 mln), NPO gelden (€ 1,1 mln) en de regiodeal vergroting kansen voor jeugd (€ 0,7 mln).            

Op middellange termijn beïnvloedbaar            
Dit betreft met name personeelskosten (€ 2,7 mln) en kosten voor inzet combinatiefuncties (€ 0,3 mln) en de peuterspeelzalen (€ 0,6 mln).

Deze pagina is gebouwd op 12/01/2022 16:24:46 met de export van 12/01/2022 16:04:51