Het realiseren van een duurzaam Zaanstad vraagt fysieke ruimte in de stad die niet altijd aanwezig is en ook voor andere zaken nodig is.
Beheersmaatregel:
Door het opstellen van een integrale stedelijke strategie een brede afweging maken bij ruimtelijke initiatieven, waarbij we rekening houden met de benodigde ruimte voor de implementatie van duurzaamheidsmaatregelen. |
---|
Door de intensieve verstedelijking komen verschillende functies dichter bij elkaar en nemen de milieudruk en de stikstofdepositie toe.
Dit kan stagnatie van ruimtelijke ontwikkelingen veroorzaken en kan leiden tot een minder aantrekkelijk woon- en leefklimaat en een afname van de biodiversiteit. |
---|
Beheersmaatregel:
In een vroeg stadium van de planvorming de milieurisico’s onderkennen. Bij omvangrijke ontwikkelingen een MER opstellen om een milieuvriendelijke variant te kunnen ontwikkelen. Circulair bouwen draagt bij aan een reductie van CO2 en stikstofuitstoot. |
---|
Zelfs bij aanzienlijke reducties van de uitstoot gaan klimaatveranderingen door. Dat heeft gevolgen voor de toekomstbestendigheid en veiligheid van Zaanstad.
Bovendien gaat die klimaatverandering de komende decennia steeds sneller en in grotere mate een rol spelen. Daardoor wordt het nemen van maatregelen steeds belangrijker en urgenter. Koppelkansen die er nu nog zijn, vallen dan weg. Het vooruit schuiven van investeringen laat de hoogte van die investeringen daarom exponentieel groeien. |
---|
Beheersmaatregel:
De fondsen vanuit de Nota Gebiedsoverstijgende kosten Zaanstad 2020 en de daaraan gerelateerde investeringen die gevraagd zijn voor klimaatadaptatie ook daadwerkelijk met prioriteit omzetten in uitvoeringsmaatregelen. Het verduurzamen van bestaand vastgoed in het kader van ‘energieneutraal’ direct combineren met maatregelen voor zonwering en ventilatie in het kader van oververhitting. Het verschil in aantal graden opwarming is wel van wezenlijk belang voor de (grootte van de) gevolgen, dus is het noodzakelijk te blijven inzetten op voorkomen van verder opwarming van de aarde (mitigatie), naast klimaatadaptatie. |
---|
Tempo van verduurzaming
Op dit moment kan er onvoldoende tempo worden gemaakt in afname van de directe uitstoot CO2 om tussen 2030 en 2040 klimaatneutraal te zijn. |
---|
Beheersmaatregel:
Hoewel we weten dat er in de toekomst mogelijk betere oplossingen zijn, dienen we nu versnelling aan te brengen en gebruik te maken van tijdelijke maatregelen. Daarnaast dienen we ons in te zetten op een circulaire economie om ook bij te dragen aan de reductie van de indirecte uitstoot. Ook de ambitie om in 2050 volledig circulair te zijn, vraagt grote stappen. |
---|
Zaanse organisaties worden in toenemende mate afhankelijk van schaarse grondstoffen en een onzekere import uit derde landen.
Het uitstellen van transities zorgt voor hogere kosten in de toekomst (o.a. afvalkosten): gebouwen die nu gebouwd worden, hebben een levensduur tot na 2050. |
---|
Beheersmaatregel:
De komende vier jaar actief inzetten op het vastleggen van circulariteit in het gemeentelijk beleid. De focus ligt op het stimuleren van de circulaire economie via inkoop en opdrachtgeverschap en het ondersteunen van de transitie van de Zaanse economie (focus op agrifood, bouw en procesindustrie). |
---|