Beleidsmatige risico's

Een grote uitdaging lijkt vooralsnog de personele capaciteit, ondanks maximale inzet vanuit de flexibele schil van de MRA. Daarnaast zijn structurele oplossingen voor de huidige stikstofproblematiek, een goed participatieproces en het tijdig treffen van infrastructurele maatregelen randvoorwaardelijk om de ambitie te halen.

• Uitvoering van de Zaanse programmatische en vernieuwde aanpak ‘grip op stikstof’. Deze gaat ook in op de impact van stikstof op de voortgang van de woningbouwproductie. Aanvullend op de Zaanse aanpak zijn maatregelen vanuit het Rijk en de provincie vereist. De gemeente blijft dan ook in gesprek met het Rijk en de provincie om hen aan te sporen maatregelen te nemen.
• Nieuw participatiebeleid, met meer regie van de gemeente
• Inzicht in de samenhang tussen ruimtelijke projecten, zoals woningbouw, infrastructuur en duurzaamheid, vormt de basis voor het Stedelijk Programmeren. Dit gaat om het in de tijd plaatsen van inhoudelijke keuzen (wel/niet eerst woningen of eerst infrastructuur), waar we vervolgens met een gebiedsgerichte aanpak op zullen sturen.

Deze stagnatie kan gebeuren door gebrek en problemen aan infrastructuur als warmtenet en stroomnetwerk. Ook kunnen er op de markt onvoldoende arbeidscapaciteit en een tekort aan materiaal ontstaan om gewenst tempo te realiseren.

Zie hiervoor hoofdstuk duurzaamheid 3.2 (netwerkcongestie)

door teruglopende koopkracht en hoge inflatie. Geen geld om te verduurzamen, en of hoge gasrekening waardoor uitstoot CO2 blijft.

Uitvoeren van het plan van aanpak Energiearmoede.

Zaanstad is afhankelijk van de samenwerkingspartners, nutsbedrijven en aannemers om doelstellingen te realiseren. Doordat afspraken met andere partijen niet tot stand komen of die ze niet nakomen, ontstaat vertraging bij projecten.

Afspraken met andere partijen moeten duidelijk zijn. Er moet draagvlak zijn of worden gecreëerd. Als dat nodig is, moeten we afspraken in een contract vastleggen. Ook starten we jaarlijks met meer vervangingsprojecten dan waarvoor financiële ruimte aanwezig is. Dat doen we omdat we weten dat een deel van de projecten vertraging oploopt.