Rechten en bestemmingsheffingen
Onder de rechten (ook wel retributies genoemd) vallen de Begraafrechten, Leges, Marktgelden, Vermakelijkhedenretributie Zaanse Schans en het Zeehavengeld. De bestemmingsheffingen zijn de Afvalstoffen- en de Rioolheffing. Voor de rechten en bestemmingsheffingen mag maximaal 100% aan kosten worden verhaald. De kostendekkendheid wordt onder de 100% gehouden omdat bij overschrijding het risico bestaat dat de Verordening door de rechter (deels) onverbindend wordt verklaard. Alleen de Vermakelijkhedenretributie is niet begrensd tot een maximum van 100% kostenverhaal en mag enigszins een overschrijding laten zien.
Afvalstoffenheffing
De kosten voor inzameling en verwerking van huishoudelijk afval zijn toegenomen. Hiervan heeft een deel betrekking op het doorgaan van de extra GFT inzamelroute in de zomermaanden. Verder is sprake van loon- en prijsstijgingen bij de verwerkingskosten (HVC) en is een sterke toename zichtbaar van de tonnages in te zamelen grof huishoudelijk afval.
Om deze kostenstijgingen op te vangen, zou het tarief met 6,2% moet stijgen om kostendekkend te zijn. Echter door de egalisatievoorziening niet verder op te bouwen en door een bijdrage vanuit de algemene middelen, kan de tariefstijging beperkt blijven tot 2,7% (€ 9,14) tot een totaal bedrag van € 347,83.
Verdeling van kosten en dekking volgens model:
Bedragen x € 1.000 | |
Dekking volgens model | |
---|---|
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente | 23.809 |
Inkomsten taakvelden, excl. Heffingen | 1.878 |
Netto kosten taakveld | 21.931 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | 947 |
BTW | 1.547 |
Totale kosten | 24.425 |
Opbrengst heffingen | 23.826 |
Dekking | 97,7%* |
* kostendekkendheid is inclusief opbrengsten derden die niet in dit dekkingsmodel zijn opgenomen. Als gevolg hiervan een rekenkundige afwijking van +0,2%
Begraafrechten
Conform het financieel kader zijn de tarieven Begraafrechten voor 2023 geïndexeerd met 2,3%.
Een deel van de kosten van de begraafplaatsen wordt toegerekend aan de openbare ruimte. De begraafplaatsen hebben daarmee een brede maatschappelijke betekenis als plek voor rust en bezinning. Door het toerekenen van delen van begraafplaatsen aan de openbare ruimte, worden minder onderhoudskosten toegerekend aan de begraafplaatsen.
Conform het coalitieakkoord is voor de ten laste van de algemeen begroting komende directe onderhoudskosten circa € 77.400 in dekking voorzien vanuit de € 300.000 extra middelen intensivering onderhoud Openbare Ruimte. Hiermee blijft de tariefstijging beperkt tot 2,3% met een kostendekking van 100%. Op de raadsvergadering van 8 november 2022 is amendement D aangenomen. Hiermee is een termijn voor twee jaren opengesteld (2023-2024) voor het omzetten van een bestaand graf naar een graf voor onbepaalde tijd.
Bedragen x € 1.000 | |
Dekking volgens model | |
---|---|
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente | 729 |
Inkomsten taakvelden, excl. Heffingen | 0 |
Netto kosten taakveld | 729 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | 294 |
BTW | 0 |
Totale kosten | 1.023 |
Opbrengst heffingen | 1.023 |
Dekking | 100% |
BIZ-heffing Stadshart Zaanstad
De raad heeft bij besluit 2018/18177 de Verordening Bedrijven investeringszone Stadshart Zaandam vastgesteld voor een periode van 5 jaar; 2019 t/m 2023. Van de Verordening maakt onderdeel uit, een door college en het bestuur Stichting Stadshart Zaandam (BIZ-bestuur) ondertekende uitvoeringsovereenkomst en een plattegrond met de aangewezen straten in de binnenstad van Zaandam.
De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker van een niet-woning (bedrijf, instelling ed.). Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage van de eigenaar geheven. De bijdrage wordt vastgesteld naar de WOZ-waarde van belastingjaar 2019.
In de begroting is een reservering opgenomen ter hoogte van de geraamde bruto opbrengst van €182.000. Hierop worden de geraamde kosten voor heffing en invordering (perceptiekosten) van 2,5% in mindering gebracht. Per saldo resteert € 177.450 om af te dragen aan het BIZ-bestuur. Deze afdracht wordt in de vorm van een subsidie verstrekt; aan het begin van het jaar 75%. Op basis van de definitieve vaststelling van de BIZ-opbrengst, wordt het restant van het subsidiebedrag uitgekeerd. De subsidie kan worden aangewend voor investeringen binnen het aangewezen gebied (de BIZ-zone). De investeringen zijn aanvullend op de werkzaamheden die de gemeente al doet.
Leges
Nieuwe wetgeving
Nieuwe Omgevingswet gaat in op 1 juli 2023
Minister De Jonge heeft op 14 oktober jl. bekend gemaakt dat de per 1 januari 2023 aangekondigde nieuwe Omgevingswet (en hiermee ook de Wet Kwaliteitsborging), met een half jaar is uitgesteld naar 1 juli 2023. Door dit uitstel is – naast een Leges Verordening 2023 Omgevingswet - ook een Leges Verordening op grond van de bestaande wetgeving (Wabo) opgesteld over de periode 1 januari t/m 30 juni 2023.
Nieuwe Leges Verordening
De aan de nieuwe wetgeving (OW en Wkb) aangepaste Verordening heeft grote impact: fiscaal juridisch, financieel en uitvoeringstechnisch. Hoofdstuk 2 van de Leges Verordening is aanzienlijk gewijzigd. Bij inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving, kan op basis van de oude Verordening niet meer worden geheven. Het heeft impact op de gemeentelijke kosten en opbrengst. Binnen de organisatie wordt hard gewerkt aan de implementatie van de nieuwe wetgeving.
Omgevingswet (OW)
De Omgevingswet heeft gevolgen voor de Leges heffing van gemeenten, provincies en waterschappen. Het geeft decentrale overheden meer beleidsvrijheid bij het stellen van regels over de fysieke leefomgeving. Er kan worden gekozen voor zorgplichten, verboden, maatwerkvoorschriften, meldingsplichten en vergunningplichten. De gemaakte keuzes hebben gevolgen voor de omvang van de werkzaamheden en daarmee voor de kosten die via Leges heffing kunnen worden verhaald. Voorbeelden: voor een melding is geen Leges heffing mogelijk, voor een vergunning wel. Onder de Omgevingswet vervalt het Leges verbod voor milieubelastende activiteiten, waardoor Leges voor milieuvergunningen mogelijk zijn.
Wet Kwaliteitsborging (Wkb)
Gelijktijdig met de Omgevingswet treedt de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking. Gevolg hiervan is dat voor bouwwerken uit gevolgklasse 1 (o.a. grondgebonden woningen - met uitzondering van een flatwoning - en kleinere bedrijfspanden) geen bouwtechnische toets meer wordt uitgevoerd door de gemeente. Dit wordt bij private partijen belegd.
Financiële consequentie
Uitstel van de nieuwe wetgeving naar 1 juli 2023 heeft een verlaging van zowel de baten als de lasten tot gevolg, o.a. rondom de voorfase bij de vergunningaanvraag. De inwerkingtreding van de OW en Wkb wordt uitgesteld tot naar verwachting 1 juli 2023. Dit is het uitgangspunt bij deze wijziging. Hierdoor wordt uitgegaan van 50% oude wetgeving (tot en met 30 juni) en 50% nieuwe wetgeving (vanaf 1 juli). Het uitstel van de OW met een half jaar resulteert voor 2023 in een voordeel (- € 0,06 mln.).
Voor hoofdstuk 2 van de Leges (combinatie oude wetgeving en vanaf 1 juli 2023 de Omgevingswet) is de berekende kostendekkendheid 94,8%. Dit percentage ligt lager ten opzichte van 2022. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de nog bestaande onzekerheden in prognoses en tijdsbestedingen rondom de Omgevingswet. Anderzijds door indexatie en een hoger overheadstarief. Het saldo heeft geen direct effect voor de begroting, omdat een deel van de toe te rekenen Leges al in de begroting zijn gedekt. Daarnaast wordt een deel van de lasten extracomptabel toegerekend. In december zal hiervoor een begrotingswijziging worden voorgelegd.
Kruissubsidiëring
Binnen hoofdstuk 1 en 2 is kruissubsidiëring mogelijk en mag de opbrengst maximaal 100% kostendekkend zijn. Voor hoofdstuk 3 geldt een kostendekkendheid van 100% binnen de paragraaf.
Hoofdstuk 1: Leges algemene dienstverlening
De producten in hoofdstuk 1 bestaan voor 95% uit diensten die geleverd worden aan individuele inwoners zoals informatie uit het Gemeentearchief, paspoorten, identiteitskaarten, rijbewijzen en huwelijksvoltrekkingen. Ongeveer 5% van de diensten wordt geleverd aan (kleine) ondernemers zoals standplaatsen en vergunningen Winkeltijdenwet.
Conform het financieel kader zijn de legestarieven voor 2023 geïndexeerd met 2,3%.
Op de raadsvergadering van 8 november 2022 is amendement L ‘Leges gehandicaptenparkeerkaart’ aanvaard, waarbij het tarief 2022 alleen met 2,3% is geïndexeerd.
Verdeling van kosten en dekking volgens model
Bedragen x € 1.000 | |
Dekking volgens model | |
---|---|
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente | 1.445 |
Inkomsten taakvelden, excl. Heffingen | 0 |
Netto kosten taakveld | 1.445 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | 791 |
BTW | 0 |
Totale kosten | 2.236 |
Opbrengst heffingen | 2.169 |
Dekking | 97% |
Hoofdstuk 2: Leges onder dienstverlening (omgevingsvergunningen)
De producten in hoofdstuk 2 betreffen met name de dienstverlening voor het verlenen van omgevingsvergunningen op het gebied van bouwen (bijna 95%). Daarnaast betreft het vergunningaanvragen voor sloop, asbestverwijdering, het maken van een uitrit, kap en monumenten.
Conform het financieel kader zijn de Leges tarieven voor 2023 geïndexeerd met 2,3%.
Verdeling van kosten en dekking volgens model:
Bedragen x € 1.000 | |
Dekking volgens model | |
---|---|
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente | 4.943 |
Inkomsten taakvelden, excl. Heffingen | 0 |
Netto kosten taakveld | 4.943 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | 2.539 |
BTW | 142 |
Totale kosten | 7.624 |
Opbrengst heffingen | 7.204 |
Dekking | 94,5% |
Er moet nog ervaring worden opgedaan met de werkwijze vanuit de nieuwe wetgeving OW en Wkb. Hierdoor zijn er nog onzekerheden in prognoses en tijdsbestedingen. Om deze reden wordt voor 2023, incidenteel als risicodekking, uitgegaan van een kostendekking van 94,5%. In 2024 kan weer van het uitgangspunt 100% kostendekking worden uitgegaan.
Hoofdstuk 3: Leges onder dienstverlening Europese dienstenrichtlijn
Binnen hoofdstuk 3 worden vrijwel alle diensten geleverd aan (kleine) ondernemers zoals horeca-exploitatievergunningen en evenementenvergunningen (buurtfeesten, kleine braderieën, Koningsdag, muziekfestivals e.d.). Deze vergunningen dragen bij aan een prettig leef- en vestigingsklimaat in onze stad en de regionale en landelijke promotie van Zaanstad.
Het percentage kostendekking is lager omdat met het huidige coalitie akkoord de tarieven voor de kleine evenementen en herdenkingsplechtigheden, voor vier jaar worden ‘bevroren’.
De tariefstelling 2023 van de Leges ‘Kinderopvang’ en ‘Gastouderopvang’ is verlaagd naar de tariefstelling 2021. Dekking van de minderopbrengst totaal € 18.725 vindt plaats vanuit de algemene middelen.
De overige tarieven zijn naar 100% kostendekkend gebracht. De kostendekking voor hoofdstuk 3 komt als gevolg daarvan uit op 82,73%.
Op de raadsvergadering van 8 november 2022 is amendement G.2 ‘Leges evenementen categorie B’ aanvaard, waarbij de tarieven 2022 alleen met 2,3% zijn geïndexeerd.
Verdeling van kosten en dekking volgens model:
Bedragen x € 1.000 | |
Dekking volgens model | |
---|---|
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente | 359 |
Inkomsten taakvelden, excl. Heffingen | 0 |
Netto kosten taakveld | 359 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | 220 |
BTW | 0 |
Totale kosten | 579 |
Opbrengst heffingen | 430 |
Dekking | 74,2% |
Marktgelden
De Marktgelden worden verhoogd met 16,6%, van € 0,66 naar € 0,77 per m2 marktkraam. Deze tariefstijging wordt verklaard door hogere personeels- en overheadlasten en een lager geraamde bezetting. De verwachte kosten voor 2023 zijn toegenomen, terwijl de verwachte bezetting van de markt licht is gedaald.
Op de raadsvergadering van 8 november 2022 is amendement F ‘Leges Marktgelden’ aanvaard, waarbij de tarieven 2022 alleen met 2,3% zijn geïndexeerd.
Verdeling van kosten en dekking volgens model:
Bedragen x € 1.000 | |
Dekking volgens model | |
---|---|
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente | 156 |
Inkomsten taakvelden, excl. Heffingen | 0 |
Netto kosten taakveld | 156 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | 63 |
BTW | 12 |
Totale kosten | 232 |
Opbrengst heffingen | 205 |
Dekking | 88,1% |
Rioolheffing
Het tarief Rioolheffing volgt het gemeentelijk uitgangspunt van indexering van het tarief, maar de Zaanse inwoner krijgt een deel van de Rioolheffing als korting terug. Hierdoor blijft de tariefstijging ten opzichte van 2022 beperkt tot 2,3%. Door een korting van € 12,99 (4,27%) stijgt de aanslag naar € 290,95 en neemt met € 6,54 toe. Als gevolg van de korting wordt 976.000 uit de voorziening onttrokken.
Verdeling van kosten en dekking volgens model:
Bedragen x € 1.000 | |
Dekking volgens model | |
---|---|
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente | 21.424 |
Inkomsten taakvelden, excl. Heffingen | 0 |
Netto kosten taakveld | 21.424 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | 1.615 |
BTW | 679 |
Totale kosten | 23.718 |
Opbrengst heffingen | 23.131 |
Dekking | 97,5% |
In 2014 heeft het Rijk de gemeenten met hogere onderhoudslasten als gevolg van een ‘slappe bodem’ (veengrond) financieel gecompenseerd. Zaanstad ontvangt hiervoor jaarlijks € 587.000 via de Algemene Uitkering. Deze uitkering wordt gebruikt voor de dekking van het rioolbeheer.
Vermakelijkhedenretributie
Op 1 februari 2021 is de Vermakelijkhedenretributie (VMR) Zaanse Schans in werking getreden.
Uitgangspunt is een kostendekkend tarief als kostenverhaal voor de gemeentelijke voorzieningen ten behoeve van de Zaanse Schans.
Door macro-economische omstandigheden (inflatie), de oorlog in Oekraïne en de corona pandemie is het aantal bezoekers voor 2023 lastig te voorspellen. Het aantal bezoekers aan de Zaanse Schans is naar beneden bijgesteld naar 625.000. Dit is tweeledig: een daling van het aantal bezoekers in de nasleep en het gemiddeld aantal bezoeken per betaalde vermakelijkheid (zoals museum ed.) is gewijzigd van 1,5 naar 0,5.
Een kostendekkend tarief vereist een tariefverhoging naar € 0,56 per bezoek, met een opbrengst van € 350.000. Om het herstel van misgelopen inkomsten na de corona pandemie te bevorderen, is het onwenselijk om de kosten volledig te verhalen. Omdat de reden ligt in het lagere aantal bezoekers, is het mogelijk om geen tariefstijging door te voeren en de lagere opbrengst van € 193.750 (€ 350.000 - € 156.250) te dekken uit de corona reserve. Het tarief blijft daarbij gehandhaafd op € 0,25 per bezoek aan een betaalde vermakelijkheid.
Wielklemmen/wegslepen
Zaanstad handhaaft fiscaal rechtelijk op voertuigeigenaren die niet betalen, door middel van een naheffingsaanslag. Met ingang van 2020 wordt gebruik gemaakt van de wielklem (2019/15590, 2019/169123). Het tarief wielklemmen wordt met 1,6% lager vastgesteld op € 116,37 (2022: € 118,25). Het tarief voor het wegslepen stijgt met 5,1% naar € 360,08 (2022: € 342,50).
Verdeling van kosten en dekking volgens model:
Bedragen x € 1.000 | |
Dekking volgens model | |
---|---|
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente | 182 |
Inkomsten taakvelden, excl. Heffingen | 0 |
Netto kosten taakveld | 182 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | 71 |
BTW | 0 |
Totale kosten | 253 |
Opbrengst heffingen | 253 |
Dekking | 100% |
Zeehavengeld
Gemeente Zaanstad stemt op basis van Europese regelgeving (anti-concurrentiebeding ten aanzien van andere lidstaten), jaarlijks de tarieven af op die van de gemeente Amsterdam. De tarieven van Amsterdam worden pas in januari bekend. De tariefstelling van de Zaanse Verordening Zeehavengeld wordt hierdoor - zoals elk jaar - later aan de raad voorgelegd.