Bedragen x € 1.000
Samen werken aan Zaanstad | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | 75.964 | 82.170 | 84.758 | 82.941 | 85.952 | |
Baten | -8.097 | -8.692 | -9.952 | -9.952 | -9.952 | |
Saldo | 67.868 | 73.479 | 74.806 | 72.990 | 76.001 | |
Toevoegingen reserves | 199 | 210 | 210 | 210 | 193 | |
Onttrekkingen reserves | -1.016 | 0 | 0 | 0 | -1.015 | |
Totaal saldo inclusief reserve mutaties | 67.050 | 73.689 | 75.016 | 73.200 | 75.178 |
Ten opzichte van de begroting 2022 (stand Burap 2022) stijgen de lasten in 2023 met € 6 mln. en de baten met € 0,6 mln. De grootste verschillen lichten we hieronder toe:
- De stijging van de lasten wordt met name verklaard door het product organisatie. Dit betreft vooral de indexatie van de salarisbegroting (€ 1,4 mln.), thuiswerkvergoeding (€ 0,3 mln.), bijdrage werkgeverslasten ziektekosten verzekering (€ 0,3 mln.) en extra formatie op grond van coalitieakkoord (€ 2 mln.). Hiernaast komen de facilitaire kosten vanaf 2023 weer op niveau na lagere kosten vanwege corona in de jaren 2020-2022 (€ 0,5 mln.). Hier is ook de stelpost voor de hervormingsagenda jeugd opgenomen - € 1,1 mln. in 2024 en - € 5,3 mln. vanaf 2025.
De lasten bij het product bestuur nemen in 2023 af met € 0,5 mln. omdat in 2022 een incidentele post voor MRA, die we uitvoeren voor de Zaanse Waterlandse gemeenten begroot voor dit bedrag. In 2026 nemen de lasten toe vanwege de wachtgelden wethouders die via de bestemmingsreserve/ voorziening gedekt moet worden.
Bij het product dienstverlening hebben we in 2022 kosten van de tweede kamer verkiezingen gehad (€ 0,3 mln.) en de rijksleges reisdocumenten zijn dat jaar € 0,2 mln. hoger (zie ook toelichting bij de baten). Vanaf 2024 stijgen de kosten van rijksleges met € 0,7 mln. Het restant van de stijging wordt verklaard door hogere personeelslasten vergunningen (€ 0,2 mln.) en burgerzaken (€ 0,4 mln.) via de kostenverdeling.
- Bij de baten worden in 2023 lagere leges reisdocumenten ten opzichte van 2022 verwacht (- € 0,3 mln.). Vanaf 2024 zijn deze € 1,3 mln. hoger dan over 2023. In 2024 verwachten we namelijk een piek omdat in 2024 de 10 jaar geldigheid van reisdocumenten is ingesteld. Bij de organisatie zien we het effect van het nieuwe tarief voor overhead. Dit zorgt voor een extra dekking voor € 1,5 mln.
De onttrekkingen aan reserves in 2022 betreffen de wachtgelden wethouders (wordt overgeheveld naar de voorziening). bestemmingsreserve MRA en restant van de bestemmingsreserve amendement extra wethouder. In 2026 wordt geld uit de bestemmingsreserve wachtgelden gehaald ter dekking van de kosten (zie ook de toelichting bij de lasten). Voor een nadere toelichting verwijzen we naar de bijlage reserves.